waarom homo finalis existentiële leegte ervaart en creeërt

Above: AI-generated image, 2025
[20251225_na-ons-de-zondvloed]
Natuurlijk heeft homo finalis, de Laatste Mens, weet van wat er gaande is. Maar hij wil het niet weten. Hij is deelgenoot en medeplichtig, maar ontkent iedere betrokkenheid. Vraag er niet naar, dan krijg je het antwoord niet. Terwijl alles in micropolitieke maalstromen wordt opgenomen en tot in de haarvaten gepolitiseerd, zegt finalis politiek af te wijzen en ziet hij die afwijzing niet als de politieke daad bij uitstek.
Finalis geeft zich vrijwillig prijs aan overheersing en meent dat in die vrijwillige capitulatie en onderwerping (als het even kan in de naam van een godheid, of in de naam van het ego, wat bijna hetzelfde is) vrede, gerechtigheid en geluk te vinden zijn.
Wie eenmaal op planeet Finalis leeft, wandelt licht op aarde.
De zwevende mens is het gelukkigst van alle mensen, niets gaat hem wat aan en (hoe mooi, nietwaar?) niets dat hem raakt; het leven kan, wat finalis betreft, niet zweverig genoeg zijn.
Hij zweeft boven Tibet en de grote wereldzeeën (geen plastic te zien!) en de reis voert over de hoogvlaktes bij Jeruzalem, en nergens hoeft hij voet op aarde te zetten. Juist daarom grijpen wereldse ongelijkheid en onrechtvaardigheid hem zo aan: ze trekken hem naar beneden, hoe irritant.
Finalis zal het de wereld nooit vergeven, zoals de wereld hem nooit vergeven zal dat hij de aarde vergeten is. In dat alles is finalis wie hij in werkelijkheid is: een kleine crimineel die zegt dat de wereld hem zo gemaakt heeft.
Toegegeven: in dat laatste heeft hij gelijk. Maar waarom pleegde hij geen verzet?
Was zijn heroïek voorbehouden aan de kleine spelletjes die hij speelde?
Het antwoord van finalis is even onthutsend eerlijk als eenvoudig: het ligt niet in zijn aard.
Hij is immers de laatste mens. Het zal zijn tijd wel duren.
De archaïsche, antieke en klassieke mens – die mensentypen hielden zichzelf de vraag voor hoe de volgende generaties baat zouden kunnen hebben bij wat zij deden. Homo finalis ziet dat anders.
Hij heeft geen boodschap aan toekomstige generaties. Die mogen het verder fijn zelf uitzoeken, daar worden ze groot en sterk van. Er zit iets sympathieks en nobels in die redenering, maar het is geen grond om jezelf te ontslaan van enige verantwoordelijkheid. En dat doet finalis beslist wel.
Zijn lijfspreuk was en is nog steeds: ‘Na mij de zondvloed.’ Er is hier een complicerende factor: finalis heeft het liefst dat een ander juist tegenovergesteld en heel schuldbewust leeft. Finalis fleurt op van zoveel heiligheid. Dan kan hij schaamteloos per jet naar Dubai om de Formule 1-races aldaar en de rest van de wereldondergang toe te juichen. Toegegeven: op zo’n moment kan de homo nobilis in hem verliefd worden op de homo finalis die hij is. De schaamteloze eerlijkheid, de verkiezing van het zinnelijke boven het morele… hoe verleidelijk!
Die gedachte kan door het brein van nobilis spoken, tot hij beseft dat finalis eenvoudig een hypotheek op de toekomst nam, heeft genomen, en opnieuw neemt; ten koste van het nog onwetende nageslacht, het nageslacht dat door de voorgangers van finalis te vuur en te zwaard werd verdedigd, hoog gehouden, in gedachte omhelst – maar door finalis bestreden, bespot, afgedankt als een nageboorte.
Hoe mooi is het, wanneer de wereld kan worden achtergelaten als een betere plek dan de plek die je hebt aangetroffen? De nihilist die finalis is, ziet dat anders: het kan hem niet bommen, het nageslacht zoekt het maar uit. Dat zal hem worden verweten door het nageslacht… niet dat het hem raakt. Niets raakt finalis. Hij is onaanraakbaar, zwevend, verheven boven al dit gezever… Niets raakt hem nog.
En toch zoekt hij bewondering, al noem hij die bewondering erkenning. Finalis is slechts in schijn een souverein mens: erkenning willen, zoeken en zelfs eisen, is zijn grootste zwakte. Hier verraadt hij geen kern te hebben, hol te zijn, drager van iets dat hij ervaart als een existentiële leegte. Om die holte te kunnen vullen met een nog grotere leegte besloot hij tot de mogelijkheid om alles te kunnen vernietigen, want voor finalis bestaat er geen grotere leegte dan het graf. Finalis zou finalis niet zijn, als hij die mogelijkheid niet extreem concreet zou maken. De kernwapenarsenalen zijn geen vergissing, tenzij men finalis als een vergissing ziet. Gelukkig is finalis, de Laatste Mens, niet eens in staat tot zelfmoord. Hij gelooft dat hij de Laatste Mens is, de bekroning van alles, en dat niets hem zal overtreffen. Maar het proces dat hem zal overtreffen is al gaande, alleen ziet hij het niet, wil hij het niet zien. Hij verwart de achterdeur met de voordeur. Finalis zal de geschiedenis van de mensheid verlaten via de achterdeur. Zijn opvolger heeft de voordeur al in zicht.
The text above is part of a preview of a book (in progress) by Leon Dessau, titled Homo Finalis.
More info on the mainpage.
Unless indicated, all imagery on this site is AI generated, prompted in 2025 by Leon Dessau
Images: creative commons / copyright on text by Leon Dessau