HOMO FINALIS
portret van de mens als catastrofe
Nietzsche schetste in zijn ‘Also sprach Zarathustra‘ een toekomstig menstype dat hij de ‘Uebermensch‘ noemde. Diens tegenhanger is ‘de laatste mens’, hier homo finalis of kortweg finalis genoemd. Terwijl de Uebermensch tot de mens staat ‘als deze tot de aap‘, is de ‘laatste mens’ het menstype dat ‘overwonnen’ moet worden. Beide menstypen werden door Nietzsche in grove vorm neergezet en niet uitgewerkt.
De lezer treft in de kolom hieronder genummerde voorpublicaties van Homo Finalis, een werk dat het fenomeen homo finalis tot in detail beschrijft. Het portret levert een cultuurkritische benadering van het thans dominante menstype (homo finalis, dus) en hoe dat menstype blind is voor zijn historische positie als overgangsfiguur in een overgangstijdperk.
Homo finalis is de titel van een boek dat onderdeel is van een drieluik in wording.
Het drieluik biedt een inleiding tot wat hier voorlopig een anti-geschiedenis genoemd wordt.
De huidige mens is daarin geen acterende eigenaar of speelbal van het lot, maar actief agent in een proces dat hij zelf niet begrijpt, omdat zijn culturele conventies hem daarin beperken. Tegelijkertijd is geschiedenis méér dan het verhaal (histoire) dat de mens over zichzelf vertelt.
De huidige mens gaat dus op in zijn geschiedenis, maar begrijpt haar niet. Ondanks dat koestert hij een conventionele, vaak religieuze of tribale duiding van de geschiedenis. Die omstandigheid duidt op een mank gaande culturele zelfreflectie.
Ondanks dat, is het drieluik allesbehalve pessimistisch: het bevat ook het meest optimistische toekomstscenario (links te vinden onder de titel The Orpheic Process) waarvan de horizon toebehoort aan een komend menstype.
Finalis laat zich de ondergang van zijn wereld niet zomaar afpakken: hij leeft de apocalyps. Zijn geheim, voor hemzelf ontoegankelijk: hij bewerkstelligt de ondergang van zijn eigen wereld, omdat hij ondanks zichzelf werkt aan een naderend nieuw tijdperk dat hij nog niet kent. Voor dit menstype, in twee eeuwen tijds algemeen geworden en thans dominant over onze planeet, gelden woorden die door een onbekende Fransman werden genoteerd in 1771, ook al zou men ‘uitgemergeld’ inmiddels moeten vervangen door ‘obees’:
‘Deze weke, zichzelf bewonderende, uitgemergelde frutsels kunnen toch niet afstammen van de helden van Poitiers en Agincourt?’
Voor dezelfde homo finalis gelden ook de woorden van Henry James:
Zij vallen vooral op, doordat zij geen rekenschap afleggen in bewoordingen die reeds door het menselijk gebruik zijn geheiligd; woordeloos vormen zij waarschijnlijk, gezamenlijk, een monument dat zijn weerga niet kent; ondoorgrondelijk is het mysterie van wat zij denken, wat zij voelen, wat zij willen, wat zij menen te zeggen
Hieronder de previews van Homo Finalis in verkorte versie:
https://leondessau.com/2025/10/01/1-het-finale-zelf/
Unless indicated, all imagery on this site is AI generated
Images: creative commons / © Leon Dessau 2025



































































































