
Above: AI-generated image, 2025
NOBILIS & FINALIS
Nietzsche beschrijft in zijn Zarathustra eerst en vooral een historische breuk die nog moet plaatsvinden. Daarmee geeft hij antwoord op een kwestie die in de schoot lag van zijn epoche, een tijdvak bevangen door de overtuiging dat er voor de mensheid een nieuwe tijd aangebroken is.
Ruim twintig jaar eerder heeft Charles Darwin met zijn On the Origin of Species de gedachte geïntroduceerd dat de mens dezelfde ‘voorouders’ heeft als andere apen, wat het resultaat zou zijn van een evolutie die nog steeds gaande is. Dat is een enorme breuk met Linnaeus, die in 1758 de term homo sapiens bedenkt, en die mens taxonomisch onder de primaten rangschikt, evenwel zonder uit te gaan van de mogelijkheid dat de ene soort voortkomt uit de andere.
Nietzsche probeert in zijn Zarathustra een antwoord te geven op de vraag (dan voor de hand liggend) wat de volgende stap zal zijn. Hij komt uit op de Uebermensch, een mensensoort die even ver van de huidige mens verwijderd is als de huidige mens van de aap. De tegenstrever van deze Uebermensch is een menstype dat niet voor de toekomst terzijde wil gaan, de antithetische Laatste Mens (Letzter Mensch) ofwel homo finalis.
Vanuit Haraway’s cyborg gezien, is Nietzsche’s blauwdruk voor zijn ‘bovenmens’ weinig meer dan vaag, en wie daar de techniekfilosofie en Nietzschekritiek van Heidegger aan toevoegt, ziet nog minder. Het venster dat hier geopend wordt, is echter ondenkbaar zonder Haraway èn Heidegger, de tragisch mislukte Aristoteles van het nationaal-socialisme. Nietzsche’s Uebermensch verschijnt hier als homo nobilis, een menstype dat ver verwijderd is van de Haraway’s vervorming, maar ook ver verwijderd van het ‘bioconservatisme’ (Plessner) en Heideggers overeenkomstige weerstand tegen de transformerende kracht van het technische.
Zeker, wij bevinden ons in een fase van overgang tussen de finale mens (homo finalis) en de toekomstige mens, homo nobilis. Toch is nobilis is al te vinden in de archaïsche mens, maar komt eerst volledig tot wasdom in een toekomstig tijdperk waarin het voortbestaan van de mensheid niet alleen eindelijk de bescherming ontvangt die het nodig heeft, maar ook een nieuwe waarde. De archaïsche nobelheid van nobilis verwerpt alle metafysische obsessie met persoonlijke (on)sterfelijkheid, en gaat dus ook (‘amor fati‘) voorbij aan het zogeheten transhumanisme.
Hier echter is de omschrijving van zijn gestalte het gegeven van een boek in wording onder de titel Nobilis, waarvan hier verschillende fragmenten zullen verschijnen, zoals ze hier ook zijn verschenen over de figuur van Homo finalis.
Breda, 21 december 2025